Stel ons
uw vraag!
HET LADINGZEKEREN
Binnen Europa was voorheen een grote landelijke verscheidenheid aan normen en wetten met betrekking tot ladingzekering. Daarom is in de EU besloten om dit vast te leggen in ‘EN normen’, zodat voor veiligheid een betere eenheid/gelijkwaardigheid gewaarborgd wordt. De norm is opgesteld in het jaar 2000 en trad vanaf 1 januari 2004 in werking.
Om elk land de gelegenheid te geven deze norm landelijk in te voeren, zodat het “oudere” transportmateriaal niet allemaal direct hoefde aangepast te worden, is een tijdspad van 10 jaar ingesteld voor afvloeiing. Zo is een geleidelijke overgang gecreëerd.
Kortom betekent dit dat vanaf 1 januari 2014 alle EU landen moeten voldoen aan deze norm.
In Europa zijn drie normen van groot belang:
- EN 12640: Vastzetten van lading op wegvoertuigen
Sjorpunten op vrachtwagens voor het goederenvervoer minimale eisen en beproeving
- EN 12195-1: Vastzetten van lading op wegvoertuigen
Berekening van de vastzetkrachten
EN 12195-2: Vastzetvoorzieningen voor lading op wegvoertuigen
Sjorbanden gemaakt van kunststofvezels
EN 12195-3: Vastzetvoorzieningen voor lading op wegvoertuigen
Sjorkettingen
- 3- VDI 2700 (Dld)
Ladungssicherung auf Straßenfahrzeugen Großraum- und Schwertransporte
Voorwaarden lading
Bij het rijden op de weg kunnen vier soorten krachten op de lading werken. De lading dient daarom volgens de ‘EN-normen’ zodanig gezekerd te zijn dat de lading hiertegen bestand is.
- In rijrichting: Maximaal 0,8 FG = 80 procent van het ladingsgewicht
- In zijdelingse richting: Maximaal 0,5 FG = 50 procent van het ladingsgewicht
- Naar achteren: Maximaal 0,5 FG = 50 procent van het ladingsgewicht

Voorwaarden transportmateriaal
Om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen, moet het gebruikte transportmateriaal natuurlijk ook aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze zijn vastgelegd in de ‘EN-12640 norm’. In het kort komt het in deze norm erop neer dat er voldoende sjorpunten in de oplegger aanwezig moeten zijn om het totale laadvermogen van het voertuig voldoende te kunnen zekeren
Een voertuig met een laadvermogen boven de12T moet minimaal voldoen aan de volgende eisen:
- De minimale kracht van het sjorpunt moet 2T zijn.
- Het eerste sjorpunt mag op maximaal 500 mm vanaf het kopschot liggen en het laatste sjorpunt mag op maximaal 500 mm vanaf de achterzijde liggen.
- Alle tussenliggende sjorpunten mogen maximaal 1.200 mm uit elkaar liggen (boven de assen maximaal 1.500 mm)
- De sjorpunten moeten een minimale vrije hoek van 30° kunnen maken ten opzichte van de laadvloer.
In praktijk betekent dit dus dat er in een oplegger met een laadlengte van 13.600 mm volgens de ‘EN-norm’ 22 sjorpunten in de oplegger aanwezig moeten zijn.
(13.600 mm– 1.000 mm (2x 500 mm) = 12.600 mm: 1.200 mm= 10,5 sjorpunt aan iedere zijde)
Het is natuurlijk een groot voordeel als de sjorpunten in een oplegger ook TÜV gecertificeerd zijn. Tijdens een controle hoeft de chauffeur dan alleen zijn certificaat aan de controlerende instantie te overhandigen en hoeft er geen discussie gevoerd te worden over het wel- of niet geschikt zijn van de sjorpunten. Daarnaast is het ook een groot voordeel als ook de kantbalk, het kopschot en de vormsluitende middelen zoals aanslagbokken en rongen gecertificeerd zijn.
Voorwaarden spanmateriaal
Als al deze zaken goed voor elkaar zijn, moeten er natuurlijk wel spanbanden en kettingen gebruikt worden die ook aan de ‘EN-norm’ voldoen. Voor het zekeringmateriaal zijn de volgende ‘EN normen’ van belang.
- EN 12195-2 Spanbanden
- EN 12195-3 Kettingen
Dit betekent bijvoorbeeld dat deze te allen tijde voorzien moeten zijn van een leesbaar label. Een nieuwe (zelfs nog ongebruikte) spanband waarvan het label afgescheurd is, mag wettelijk gezien niet meer gebruikt worden!
Verder moet bijvoorbeeld bij kettingen gekeken worden naar de kracht die een ketting mag/kan verdragen. Als er in de oplegger sjorpunten aanwezig zijn die maximaal 10T kunnen verdragen is het natuurlijk niet handig om daar 16T kettingen bij te gebruiken. Er wordt door de controlerende instanties namelijk altijd gerekend met de zwakste schakel en dat is in dit voorbeeld de 10T van het sjorpunt.
Voorwaarden chauffeur
Als laatste punt is het ook heel belangrijk dat de chauffeur weet waar zijn materiaal aan moet voldoen en hoe hij de lading wettelijk moet zekeren. Hiervoor zijn er een aantal cursussen die ook meetellen voor de Code95. Voor het ladingzekeren zijn twee varianten, namelijk de cursus die gericht is op “normaal” transport (Tautliner, koeler) en de cursus die zich richt op ladingzekeren in het speciaal transport. Het ligt dus aan de tak van transport welke cursus het meest relevant is.
Broshuis biedt in samenwerking met Jobtrans een speciale cursus aan die gericht is op het verbeteren van veiligheid en efficiëntie bij het lading zekeren in de speciaal transportsector. Lees hier meer over deze cursus 'Lading Zekeren In Speciaal Transport’ of schrijf je in.